Aanvankelijk was dit spel van het verkennen alleen voor jongens weggelegd, maar het kon niet uitblijven dat ook de meisjes hierdoor geïnspireerd werden. In 1911 werd in Den Haag de “Eerste Nederlandsche Meisjes Gezellen Vereeniging” opgericht. Naast de splitsing van jongens- en meisjesgroepen die zich ieder onder een eigen vlag verenigden, was er ook een duidelijk onderscheid tussen groepen van protestantse afkomst en katholieke groepen. De protestantse groepen hanteerden de benaming padvinders en padvindster voor hun leden. De katholieken noemden hun jeugdleden verkenners en gidsen.